Catégorie: Multiresidentiële Gebouwen

NIN

8 sociale woningen met een laag energieverbruik en een speelplaats

Het project wordt uitgevoerd in de Cité Van Belle in Saint-Nicolas (Luik), ter vervanging van 2 gebouwen die stabiliteitsrisico’s vertonen (bodeminstabiliteit).  Deze tuinwijk uit de jaren 1920 is georganiseerd rond een uiterst gestructureerd, gesloten blok, dat geritmeerd wordt door de strikte herhaling van typegebouwen (blok van 4 semi-vrijstaande woningen).  Deze rigoureuze herhaling is verre van monotoon, ze creëert een grote harmonie, geeft kalmte en rust en wordt door geen enkel “vreemd lichaam” verstoord.

De architectuur van de gebouwen is rationeel, sober, efficiënt, lijkt streng tot zelfs sober.  Maar bij een aandachtigere observatie blijkt er een veelheid aan details en subtiele uitvoeringen aanwezig te zijn, die aan de gebouwen een zekere poëtische uitstraling geven.

In de gegeven context is een discrete aanpak vereist.

Het programma vereiste de bouw van 8 sociale woningen, waaronder 3 PBM’s en een speeltuin voor de kleinsten. Stonden te onzer beschikking: 3 lege bouwpercelen (gesloopte huizen), waarvan 2 zij-aan-zij gelegen (±1300m²) en 1 geïsoleerd (±1000m²).  De verdeling van het programma op de site en de typologie van de woningen werden overgelaten aan de voorkeur van de bouwheer.

Onze aanpak bestond erin:

1) De geschiedenis en de ontwikkeling van de woonwijk Van Belle te begrijpen.

2) De kwaliteit van de gebouwde context te observeren, te analyseren en te erkennen om er de eigenheid en schoonheid van te doorgronden.

3) De gevolgen van de sloop van vervallen gebouwen en vooral de mogelijkheden van de nieuwe ruimte in kaart te brengen, rekening houdend met de inzet van het programma en de wensen van de bouwheer.

4) In de gegeven context discreet te werk te gaan: door de waarde van het bestaande te verhogen en er een nieuwe dynamiek aan te geven.

Ons voorstel was:

1) om de lege kavel in te vullen en de schade aan de mazen van de woonwijk te herstellen door een nieuw gebouw in te planten dat de typologie van de lokale bouwstijl (grootte, toonzetting, ramen, …) en de beschuttende functies strikt respecteert: 4 semi-vrijstaande woningen GLV +1 met privé-tuinen.

2) om de ligging aan de rand van de woonwijk (en tegenover bestaande collectieve infrastructuren), de oppervlakte en de helling van de 2 semi-vrijstaande percelen te benutten om er een gebouw met 4 appartementen en een speeltuin te realiseren. Het gebouw is ingedeeld in 4 appartementen op hetzelfde niveau (inclusief 3 PBM’s), 2 op de gelijkvloerse verdieping en 2 op de bovenverdieping (toegankelijk via een platform).

3) om dit nieuwe gebouw haaks op de weg en de bestaande inplantingslogica te plaatsen. In overeenstemming met de 2 aangrenzende blokken, wordt zodoende een ruime en extraverte openbare buitenruimte afgebakend en gecreëerd.  In deze ruimte bevindt zich de speeltuin.

4) om de bestaande steeg te verlengen die van de ene naar de andere kant van de woonwijk loopt maar die onderbroken was (doodlopende weg) ter hoogte van de dubbele percelen.  Door de steeg opnieuw te verbinden met het openbare domein, via een verlenging tot de nieuwe speeltuin en via een uitbreiding naar het speelplein voor jongeren (agora) aan de andere kant van de straat, blazen we een nieuwe dynamiek in de woonwijk, waardoor deze toegankelijker wordt voor haar onmiddellijke omgeving en dus minder angst opwekt.

Met deze combinatie van doordachte indeling en ingehouden architectuur (geïnspireerd op de bestaande gebouwen, waarvan ze de kenmerken op een hedendaagse manier herinterpreteert), willen we deel uitmaken van de geschiedenis en de ontwikkeling van de Cité Van Belle en er de onvergankelijkheid van bestendigen.

Residentie “contre le Bastion”

Dit bouwproject maakt deel uit van een globale milieuaanpak: beperking van het energieverbruik, maar ook van de uitstoot van vervuilende stoffen tijdens de verschillende levensfasen van het project: de bouw, het gebruik, de ontmanteling of de transformatie. Om dit doel te bereiken is het gebruik van natuurlijke, lokale en weinig verwerkte materialen van fundamenteel belang. Het gebruik van hout in een bosrijke en gematigde streek is dus een natuurlijke reflex. Dit materiaal voldoet namelijk aan een breed scala van technische toepassingen en voldoet tegelijkertijd aan specifieke milieueisen. 

In de provincie Luxemburg is de houtindustrie door de aanwezigheid van grote bossen goed ingeburgerd. Het gebruik van hout in Aarlen draagt dus ook bij tot de ondersteuning van de lokale economie en kleine bedrijven. Deze ambachtelijke kmo’s staan soms aan de spits van de innovatie (zo leverde het bedrijf Artbois, dat de houten structuur van het gebouw vervaardigde en monteerde, de ongebruikelijke overspanningsbalken die het mogelijk maakten om de structuur van de Notre Dame de Paris na de brand te consolideren). 

Het perceel is gelegen op de heuvel van St Donat, het oude historische centrum van de stad Aarlen. Plaats van verschillende vestingwerken sinds de Romeinse tijd, heeft deze sinds lang arme en gesloten wijk een authentieke kant behouden, een mooie mix en het sociale leven. De huizen zijn algemeen gesproken bescheiden, klein van omvang en zonder tuinen. De nieuwbouw is ingevoegd tussen een voormalig pakhuis (GLV +2) dat omgebouwd is tot een woonblok en een kleine eengezinswoning. Het doel was om afmetingen en uiterlijk bescheiden te houden. De kroonlijst is getrapt en ligt tussen de hoogtes van de buren. Het natuurlijke, lokale hout in combinatie met een natuurlijke lindecoating versterkt de integratie in deze authentieke omgeving.

Het gebouw is gecentreerd op een sterk gehoekte, herhalende straathoek. De voorgevel is smal en daardoor vrij discreet (2 x 8 m), terwijl de achtergevel waaiervormig (26 m) naar buiten opent. De diepte van het gebouw is 13 m. Ondanks de smalle gevel heeft het gebouw een relatief groot bebouwd oppervlak. De bedoeling was om eerder grote appartementen te creëren om grote gezinnen te huisvesten. Aan de linkerzijde van het gebouw zijn 3 appartementen van 110 m² en 4 slaapkamers boven elkaar geplaatst. Aan de rechterkant van het gebouw bevinden zich achtereenvolgens appartementen van 50 (1 slaapkamer), 85 en 90 m² (2 slaapkamers). De aanwezigheid van nieuwe gezinnen met kinderen doet de wijk weer opleven. 

Het perceel is niet erg diep (23 m). De beperking van de diepte van het gebouw tot 13 m maakt het mogelijk om aan de achterzijde een oppervlakte te behouden voor het parkeren van één auto per woning. De omvang van de parkeergarage is beperkt tot de strengste eisen om een mooi aangelegde siertuin te behouden. 

Een andere doelstelling van het project was om ontmoetingen tussen de bewoners te stimuleren, om een vorm van gemeenschapsgevoel te creëren en tegelijkertijd elk gezin de privacy te garanderen die het nodig heeft. Daartoe worden verschillende vrijetijds- of technische voorzieningen gedeeld onder de bewoners van het gebouw, maar ook met de bewoners van het naburige gebouw aan de linkerkant (8 appartementen). De belangrijkste gemeenschappelijke vrijetijdsvoorziening is de wellnessruimte (terras met Scandinavisch bad, sauna en 14 m zwembad) op de 3e verdieping van de residentie. Andere faciliteiten zijn een sportzaal en een zaal voor tafeltennis, miniterreinen voor basketbal, voetbal en floorball, een trampoline, een tuinhuis en een micro-kippenhok. Zowel kinderen als volwassenen delen deze faciliteiten met veel plezier. Volwassenen ontmoeten elkaar ook in de wasruimte en in de gemeenschappelijke werkplaats. Ze organiseren zich om de gemeenschappelijke verwarmingsvoorziening samen te bedienen: een verwarmingsketel met houtblokken. Ze verdelen de aanvulmomenten. 

Tot slot werd het gebouw op de gelijkvloerse verdieping en op -1 tegen een oud verstevigingsbastion in Vauban-stijl uit de 17e eeuw gebouwd. Een doorloopappartement en een duplex met aangepaste mezzanines laat de oude omwalling over de hele lengte en hoogte vrij om deze goed te laten uitkomen.

WOODSKOT

Het doel van het project was om ademruimte te geven aan het bouwblok en zowel licht als regen maximaal te laten doordringen. Het projectperceel betreft een voormalig bedrijventerrein, een volgebouwde, driehoekige site gelegen achter de 18/19e -eeuwse huizen van de Camuselstraat en de Zennestraat in het centrum van Brussel. Verlost vande verlaten vage schuren, hallen, werk- en opslagplaatsen is er op de site nu plaats voor licht, lucht en groen voor de bewoners en omwonenden.

Het project voegt 74 studentenkamers met gemeenschappelijke

keukens en leefruimtes en 17 studentenkamers met eigen keuken toe in het centrum van Brussel. Het project kent een ideale ligging ten zuiden van de Dansaertwijk en de Sint-Gorikshallen, niet ver van de HUB (Hogeschool Universiteit Brussel) en de Erasmushogeschool. De markt voor studentenkamers is in volle groei in Brussel, met een vraag die ruimschoots groter is dan het huidige aanbod. Tegen 2025 zullen er naar verwachting bijna 10.000 studenten meer in Brussel zijn.

Het project Woodskot wordt aangevuld met 11 sociale woningen, voorzien van ondergrondse parking. Deze worden gelijktijdig aan de achterzijde van het gebouw gebouwd, met toegang via de naastgelegen Zennestraat. Hoewel beide polen na de bouw geen onderlinge connectie meer hebben, voorziet het project op deze manier ook op de immer grote vraag naar sociale huisvestiging in de hoofdstad. De unieke diversiteit van studenten- en sociale huisvesting is op deze manier een positief aspect voor de wederopleving van de wijk.

De verharde oppervlakte van het perceel, oorspronkelijk 97%, werd teruggebracht naar ongeveer 60%. Licht en regen kunnen hierdoor maximaal doordringen, wat in Brussel een grote troef is: gebouwen moeten regenwater bufferen dan wel het zoveel mogelijk ruimte geven om door te dringen in de ondergrond. In dit ontwerp was er ruimte voor beiden: het met sedum bedekte dak houdt de regen vast, door het gebruik van regenwaterputten recupereren we water, maar we zorgen vooral voor doorlaatbaarheid door veel vrije ruimte tussen de gebouwen te laten, waar bomen worden aangeplant.

Árter Architects bekwam in samenspraak met de stad Brussel een afwijking op de stedenbouwkundige voorschriften m.b.t de te benutten bouwdiepte waardoor het mogelijk werd een open binnenplaats te creëren. Er werd gekozen voor een hoofdgebouw van zes verdiepingen (GLV +5) aan de straatzijde met een patio omringd door passerelles die toegang geven tot de kamers. In het midden van het terrein volgen twee gebouwen van elk twee verdiepingen de randen van het perceel waardoor centraal veel open ruimte overbleef voor het aanleggen van een grote tuin.

Appartementsgebouw – Les Jardins de Stockem

Het project wordt gebouwd in het achterste gedeelte van Stockem, een dorp aan de rand van Eupen.

Appartementen op het platteland, maar in de onmiddellijke omgeving van de stad (direct toegankelijk met het openbaar vervoer, met de fiets of zelfs te voet) en dicht bij alle voorzieningen zoals winkels, scholen, diensten, …

Het hele terrein werd gesaneerd. Hangars en vervallen bijgebouwen werden afgebroken en grote gebetonneerde oppervlakten werden uitgebroken.

De inplanting is geïnspireerd op de lokale typologie door de creatie van twee duidelijk afgebakende in- en uitspringende volumes.

De bouwdichtheid is aangepast aan de geografische ligging, het woningtype en de behandelde oppervlakte.

De typologie en het uitzicht van het gebouw zijn in harmonie met de omliggende gebouwen.

Het project integreert zich perfect in de natuurlijke omgeving en de aanwezige krachtlijnen.

(vorm van het terrein, inplanting naar achter, reliëf naar het noorden, vijver, bestaande vegetatie, …).

Het project bestaat uit 20 wooneenheden.

Om de diversiteit te bevorderen, omvat het project 1-, 2- en 3-slaapkamerappartementen die als volgt verdeeld zijn:

– 5 eenkamerappartementen,

– 11 appartementen met 2 slaapkamers,

– 4 appartementen met 3 slaapkamers.

De woonomgeving werd met aandacht ingericht en er werd prioriteit gegeven aan groene zones en waterdoorlaatbare verhardingen.

De inrichting van de woonomgeving voorziet bovendien in extra overvloedige begroeiing (bomen, hagen, …).

Om de levensvatbaarheid van het project op mobiliteitsvlak te garanderen, werden talrijke indoor parkeerplaatsen voorzien, evenals buitenparkeerplaatsen in tegels/gazon.

Er werd bijzondere aandacht besteed aan zachte mobiliteit via aansluitingen met de voetgangers- en fietspaden naar het stadscentrum. Er is ook een indoor fietsenstalling evenals een tweede overdekte fietsenstalling buiten, …

De behandeling van de gevels is sober en privilegieert het gebruik van lokale materialen en van kleurtinten die afgestemd zijn op de omgeving.

Ook wordt sociaal contact aangemoedigd door de beschikbaarstelling van gemeenschappelijke ruimtes (tuin, petanqueveld, …).

Cohousing Drongen “De nieuwe W”

Deze onbebouwde percelen vlak bij het station van Drongen lagen in het midden van een verkaveling uit de jaren 80. Ze bleven onbebouwd omwille van de nadelige vorm en de aanwezigheid van een gracht. Het grenst ongeveer aan 50 buren en uiteindelijk vonden er 6 families hun stuk, ze delen de grote tuin en een gemeenschappelijk paviljoen.

Het opwaarderen van deze middenzone voor nieuwe bebouwing was de basis voor het oprichten van een mini-cohousing. Met 6 units in 2 bouwblokken, werd een juiste schaal op maat van de wijk gevonden.  De woningen werden quasi noord-zuidgericht. Aan de zuidzijde liggen privé-tuintjes en aan de noordkant de grote gemeenschappelijke tuin.

Door te werken met een wisselende houten gevelbekleding en een aangepaste alineëring van het buitenschrijnwerk, bekomen we twee gedifferentieerde bouwvolumes die het gemeenschappelijke benadrukken en ruimte laten voor accenten die individueel verschillen.  De vorm is een archetypische woning met 2 bouwlagen en een hellend dak, die je vaak in deze buurt terugvindt.

Vooraan op het terrein werd in overleg met monumentenzorg de oorspronkelijke historische boerenarbeiderswoning behouden en ingevuld als gemeenschappelijk paviljoen bij wijze van schakel naar de straat en buffer voor mechanisch verkeer. Aan de Schuiterstraat kun je parkeren, maar daarna kom je in een oase van rust, een paradijs voor kinderen.

Door een evenwichtig plan, voldoende overleg met de buurt en het respecteren van de afstand tot de perceelsgrenzen ontstond een nieuwe wijk in een wijk. Alles is perfect geïntegreerd.

Het project is gestoeld op de principes van duurzaamheid en cohousing :

– duidelijke scheiding van gemotoriseerd verkeer en ander verkeer. Wagens worden aan de rand van de site gehouden. Bewoners gebruiken de fiets, de bolderkar of gaan te voet om hun woning te bereiken. Die verplaatsing geeft ruimte voor ontmoeting.

– het paviljoen als gemeenschapsruimte staat als een baken aan de ingang. Het is de centrale plek.

– er zijn verder collectieve voorzieningen voor regenwaterverzameling en -verdeling. De overloop van de regenwaterputten gaat naar de wadi. Hiervoor werden de bestaande grachten uitgebreid en gebruikt als infiltratie.

Dwars op de principes van de traditionele verkaveling waarbij iedereen op z’n kavel leeft, krijgen we hier een gemeenschappelijkheid en open ruimte. Ook in deze COVID-19 crisis blijkt deze woonvorm een goede oplossing te bieden voor wederzijdse solidariteit en versterking.