Prix: 1ste prijs

Jaspar

Het gebouw ligt tussen de Kleine Ring en een grote straat met een smaller weefsel, de Munthofstraat. Het gebouw werd in drie opeenvolgende fasen opgetrokken. De eerste was een traditionele eengezinswoning, gebouwd langs de Jasparlaan in 1874, met twee verdiepingen. Dit huis werd in 1929 uitgebreid met twee verdiepingen plus een zolderverdieping voor dienstmeisjeskamers. Bij deze gelegenheid werd een nieuw gebouw gecreëerd met een gevel aan de Munthofstraat. Elke verdieping van de woning werd zo getransformeerd tot een appartement, elk met een gevel aan elk van de twee straten. De derde fase is het onderwerp van deze aanvraag. De zolderverdieping werd afgebroken en een houten structuur werd opgetrokken om een duplex te creëren op het hoofdgebouw aan de Jasparlaan, en het dak van het hoofdgebouw tegenover de Munthofstraat werd omgevormd tot een terras.

Wat deze laatste stap betreft, is de toegevoegde waarde ervan voor het milieu

de verdichting van het stedelijk weefsel in het stadscentrum, met name door een beredeneerde verdichting van het stedelijk weefsel in het stadscentrum, die het mogelijk maakt om een grote woning te creëren. Het nieuwe volume wordt opgetrokken aan de kant van de Kleine Ring, waar de breedte van de boulevard en de schil van de gebouwen die aan de boulevard grenzen, grotere afmetingen aanvaarden. De gebouwkern tegenover de Munthofstraat is niet verhoogd, waardoor een meer adequate grootte voor deze smallere straat kan worden behouden. Het dak daarentegen wordt een terras. De operatie verbetert de energieprestatie van het gebouw, de biodiversiteit op het terrein, het beheer van het regenwater, benut het zonnepotentieel en maakt deel uit van een circulaire economiestrategie. Het creëert een nieuwe grote positieve energiehuishouding, die zonder CO²- of fijnstofuitstoot kan worden gebruikt.

De voorgevel aan de kant van de Jasparlaan is met één verdieping verlengd. Het ontwerp is bedacht om te passen in de strategie die in 1930 werd ontwikkeld, namelijk het behoud van de eenheid van de gevel en zijn esthetiek. Aangezien de woonfunctie het basiselement van het stedelijk weefsel vormt, was het niet wenselijk dat de ingreep werd onderscheiden van de openbare ruimte. Op aandringen van de gemeentelijke overheid is de behandeling van de extra verdieping rigoureus mimetisch ten opzichte van de bestaande. De reeds bestaande kroonlijst is gerestaureerd en een verdieping hoger herbouwd. De in 1929 begonnen beweging wordt zo versterkt, waarbij de ingreep in dit historische substraat wordt beschreven, zonder dat er sprake is van een verwijzing naar het stedelijke ensemble. Deze gevel is een masker, een teken van respect voor het oude gebouw, het tegenovergestelde van een “hedendaagse doos”-operatie. Deze operatie moet, ondanks de complexiteit ervan, onbeduidend lijken. Het beantwoordt dus aan de behoefte van het appartement aan anonimiteit en aan de banaliteit van dit programma, naast het bestendigen van oude technieken en het behouden van een zeker verrassingseffect.

Op de 6e verdieping is een patio gecreëerd, die licht en lucht in het hart van het appartement brengt, naast een meer intieme buitenruimte. Het maakt het mogelijk om een meer ingedeelde versie van de 5e plattegrond te herhalen: de ruimtes op de gevels maken het mogelijk om de gehele breedte van de gevel te meten, ze zijn geproportioneerd om in directe relatie te staan met het uitzicht. Ze bepalen impliciet de woonruimtes in het interieur, waarvan de intimiteit dus behouden blijft.

“Alex”

De bouwheer is actief in de filmindustrie en kwam met de bijzondere vraag om iets te ontwerpen waardoor zijn (internationale) gasten zich hun verblijf hun hele leven zouden herinneren. Daarnaast wilde hij ook ruimte voor het geven van previews van films en andere culturele exploten. Een verlengde van zijn job én zijn woning in 1 gelaagd verhaal:

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving :

De locatie is heel idyllisch met enerzijds de Schelde die achter de romantische tuin stroomt en anderzijds het zicht op een kasteel dat naast het perceel ligt. De woning in Franse stijl had een tuinmuur waarachter tot voor kort een oude vervallen garage en bijgebouwen stonden in een verwilderde tuin. Een verloren hoek dus, maar toch had deze plek alles in zich om de ideale locatie voor het gastenverblijf te zijn: coole setting, privacy, ruimte en zicht. Al deze kwaliteiten werden voorheen genegeerd, maar worden ten volle geoptimaliseerd in het nieuwe gebouw.

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context :

Het gebouw komt op het eerste zicht wat vreemd over, maar zonder choquerend te zijn. Het prikkelt de zintuigen en de verbeelding. Het cortenstaal van de gevel past heel goed bij de groene omgeving. Het komt boven de tuinmuur uit piepen, maar vanuit de tuin gezien lijkt het bouwvolume eerder beperkt doordat het grootste deel van het bouwprogramma half ondergronds voorzien werd. Over deze halfondergrondse verdieping werd een heuvel aangelegd, waardoor de tuin naadloos overloopt in een groendak met zonneterras. Het groen en het cortenstaal vormen, in combinatie met de ronde vormen, een heel natuurlijk geheel.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels :

Het gastenverblijf werd gebouwd op een plaats waar voorheen een vervallen garage en wat koterijen stonden. Qua bouwvolume is er dus niet veel bij gekomen, en door de groene heuvel lijkt de impact eerder beperkt. Vanaf de straat gezien werd de oude tuinmuur behouden en ingezet als architecturaal element om de nieuwe ingreep mee vorm te geven en zelfs te versterken.

Door een groot deel van het bouwprogramma half ondergronds te voorzien is de impact van het bouwvolume veel kleiner.

Gare Maritime

a. Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving

Tour & Taxis is een site van circa 37 ha met een exceptioneel patrimonium. De site is gelegen aan het Brusselse kanaal en werd opgebouwd in de periode van 1902 tot 1907. Onderdeel van deze site is het (voormalig) goederenstation Gare Maritime, met een totale oppervlakte van circa 39.000 m². De Gare Maritime is opgenomen in de “inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles”.

De combinatie van deze indrukwekkende oude stationshal met een hedendaagse invulling en een vernieuwend werk- en retailconcept maakt van de Gare Maritime een uniek project. Er ontstaat niet alleen een aangename plek om in te vertoeven voor de dagelijkse gebruikers, het project heeft ook de ambitie om uit te groeien tot één van de toeristische trekkers in het Brussels Gewest. De ontwikkeling van de Gare Maritime zal op deze manier ook een belangrijke bijdrage leveren aan de uitbouw van de Tour & Taxis site en aan de ontwikkeling van de gehele Kanaalzone.

b. Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context

PERFECTE INTEGRATIE IN DE CONTEXT

De nieuwe Gare Maritime zorgt voor meer verbinding met de stad, zowel sociaal als landschappelijk. Het gebouw is publiek toegankelijk, met veel ruimte voor evenementen en ontmoeting.

Het voormalig goederenstation bestaat uit zeven aaneengeschakelde stationshallen. De architectonische opzet van de nieuwe invulling volgt de ruimtelijke logica en maatvoering van deze bestaande historische hallen, met het ritme van spanten en kolommen.

Concreet worden er binnen in het goederenstation twaalf onafhankelijke nieuwbouw volumes gebouwd. Hierdoor ontstaat binnen de hal een structuur van boulevards en straten, van parkjes en pleinen, als een overdekte stad.

Naast de inbouwvolumes worden groenperken, met hoogstammige bomen, en diverse kleine kiosken voorzien die zorgen voor een aangename atmosfeer.

In de flexibele paviljoens kunnen verschillende functies worden ondergebracht, zoals kantoren, ateliers, winkels, showrooms en productieruimten. Ze zijn opgebouwd uit een gelijkvloers, een eerste en een tweede verdieping – de zogenaamde “creatieve zolder”- met onder de nok nog een insteekverdieping. Door de opsplitsing in twaalf afzonderlijke paviljoens krijgt elk kantoor zijn eigen voordeur en blijft het een project op mensenmaat.

c. Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels

Het werken met houten inbouwvolumes was de ideale manier om binnen de historische stationshal de maximaal voorziene stedenbouwkundige oppervlakten te kunnen ontwikkelen.

De houten volumes staan volledig op zichzelf en zijn onafhankelijk van de ingenieuze scharnierende constructie van de hal. De stationshal en de volumes kunnen dus onafhankelijk van elkaar blijven bewegen.

Door gebruik te maken van een houten structuur konden de lichtst mogelijke invulconstructies worden opgetrokken die slechts een zeer beperkte fundering vereisen, hierdoor wordt er geen bijkomende belasting uitgeoefend op de originele baksteenfunderingen van de hal.

Daarnaast werd het bouwproces vergemakkelijkt doordat de verschillende constructieonderdelen geprefabriceerd werden. Deze onderdelen konden door het beperkte gewicht met kleinere kranen in elkaar gezet worden, wat gezien de beperkte hoogte van de bestaande hal een noodzaak was. De doorlooptijd op de werf was aanzienlijk korter dan bij een traditionele bouw door de uitgekiende engineering op voorhand en door de droge afbouw moest er geen rekening gehouden worden met droogtijden. Zo konden de eerste huurders na slechts 8 maanden bouwtijd (vanaf het plaatsen van de fundering tot en met de volledige inrichting) hun 4500 m² kantoren al in gebruik nemen.

MUG-CASAVIVA

Dit eco-renovatieproject in het centrum van Brussel, bouwt een voormalig kantoorgebouw om tot een appartementsgebouw.

De 12 gecreëerde wooneenheden worden beheerd door een sociaal verhuurkantoor. Ze zijn van variabele grootte (STUDIO…3-kamer) en zijn georganiseerd in een intergenerationele gegroepeerde woonvorm, aangepast aan personen met beperkte mobiliteit (PBM).

Op het gelijkvloers bevindt zich een onthaal- en dienstencentrum.

De vroegere sombere binnenplaats is nu een open, lichte plek met een kleine tuin.

Het dak werd omgebouwd tot een stadsmoestuin met gemeenschappelijk terras.

VÓÓR:

– smalle en donkere straat gedomineerd door auto’s

– gebrek aan sociale controle en transparantie

– onbehaaglijke sfeer (verkeer, geweld)

– monofunctioneel gebouw met kantoren

– compleet verouderde bouwschil

– gevoel van onveiligheid, van onbewoonbaarheid

– slechte toegankelijkheid

– gebrek aan beplanting

NA :

+ verbetering van de openbare en private ruimte

MEER LICHT EN TRANSPARANTIE, GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID

+ verbetering van de functies

MIX VAN BETER AANGEPASTE FUNCTIES

+ verbeterde prestaties, duurzaamheid

RENOVATIE VAN DE BOUWSCHIL

+ verbetering van de gevoelswaarneming

VRIJGEVIGHEID EN GEZONDE MATERIALEN

+ verbetering van bestaand erfgoed

HERGEBRUIK VAN DE STRUCTUUR, HERWAARDERING

+ verbetering van de zichtbaarheid en toegankelijkheid

DEELNAME AAN DE OPENBARE RUIMTE + ZACHTE MOBILITEIT

+ verbetering van de groenvoorziening

TUIN + DAKTUIN + NATUURLIJKE MATERIALEN

De kantoren, de bijhorende parkings en magazijnen werden omgebouwd tot:

– 1150 m² woningen en gemeenschappelijke ruimtes

– 219 m² ruimte voor een dienstencentrum

– 193 m² terrassen en balkons, inclusief een moestuin

– 135 m² waterdoorlaatbare grondoppervlakte (binnenkoer en tuin)

G1203 reconversie steenkapperij Gentbugge

Een voormalige steenkapperij wordt ontsloten door een poortgebouw langs de Leo Tertzweillaan in Gentbrugge. De site wordt herbestemd als een binnengebied met een cluster van nieuwe woonentiteiten en kleine ateliers. Dit project maakt hier deel van uit. De bouwheer is eigenaar van een deel van de site waar een betonnen overkapping gelinkt is aan een hogere loods, opgebouwd in staalstructuur.

Het ontwerp laat deze structuren intact en voegt een derde, lichte houten structuur toe. Van de betonnen overkapping worden dak- en vloerplaat uitgeslepen zodat een ommuurde tuin ontstaat. De bestaande betonstructuur wordt in de tuin behouden en wordt gekopieerd in de houten draagstructuur van de woning, die rust op een aan de onderzijde geïsoleerde funderingsplaat die wordt gepolijst als afwerking. Het betonnen vlak geeft de woning de nodige thermische inertie. De houten tussenvloeren bestaan uit 6 cm massieve houtplaten die meteen afwerking zijn. Een compact kamerbreed woonvolume over 2 verdiepingen schuift zich onder de overkapping van de hogere loods tegen de zijwanden aan.

In de zuidgevel wordt vaste driedubbele beglazing afgewisseld met een ritme van opengaand schrijnwerk dat vol uitgevoerd wordt. In de zomer krijg je bij het openstaan van de ramen een totale transparantie. Op gelijkvloers krijgt deze gevel een interessante relatie met de 3 meter brede overdekte reststrook die overgaat in de tuin. Op verdieping krijg je een zicht over de stedelijke omgeving en fungeert de overkapping als zonnewering.

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving
Herwaardering industrieel erfgoed, inpassing zonder impact (lichten en zichten) op dichtbebouwd binnengebied

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context
Perfecte integratie. Dmv industriele houtbouwtechnieken een verderzetting realiseren van de aanwezige structuren. Economisch bouwen. Een duurzame skeletconstructie die door de opdrachtgever die schrijnwerker-kunstenaar is kan ingevuld en afgewerkt worden.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels
De bouwheer was overtuigd om compacter te wonen in een beperkt volume zodat een luifel overblijft en de bestaande constructies in hun waarde behouden blijven. Geen stedenbouwkundige impact.

Door onder een afzonderlijke luifel te bouwen zal de houtconstructie een veel langere levensduur hebben dan onder blote omstandigheden.