De Nieuwe School & Padvindershallen van de 66e scoutsafdeling.

Voordat de werken van start gingen, werd het perceel gebruikt door de 66e scoutsafdeling die er huisde in lokalen die in zeer slechte staat waren. Als onderdeel van het programma om het aantal beschikbare plaatsen in de scholen op een kwaliteitsvolle manier te verhogen, was de gemeente in dit perceel geïnteresseerd voor zijn landschappelijke kwaliteiten. Ze wilde een dubbele slag slaan: een nieuwe basisschool (actieve pedagogie) én nieuwe lokalen voor de scouts bouwen. Tussen de treinsporen vlakbij het gemeentelijke perceel en het te bebouwen perceel, lag ook een terrein met collectieve moestuinen die behouden moest blijven. Het doel van het nieuwe project is dan ook om het samengaan van deze 3 functies vlot te laten verlopen: schools (basisschool en kleuterschool); recreatief (de scoutsafdeling) en

verenigingsleven (les potagers d’Ernest). Het project maakt dan deel uit van een globale reflectie. De keuze viel op het zetten van twee afzonderlijke gebouwen, van elkaar gescheiden door de speeltuin die vanuit beide gebouwen toegankelijk is.

De school heeft een compact volume en bevindt zich aan de achterzijde van het terrein, om zo kwaliteitsvolle buitenruimtes te genereren en de impact en overlast van het programma op de omliggende woningen te verminderen. Door de vorm van het gebouw ontstaat er op natuurlijke wijze een grote vrije ruimte (de speelplaats

van de basisschool) tussen de school en de scoutslokalen, evenals een speeltuin voor de kleuterschool in de punt van de driehoek die door het terrein wordt gevormd.

Beide speelplaatsen worden omkaderd door aanplanting op verschillende kanten van

hun omtrek, wat het bevoorrechte contact van kinderen en leerkrachten met de

groene omgeving van de aangrenzende tuinen en moestuinen versterkt. Er zijn geen ruimtes op overschot in de omgeving. De beide gebouwen in CLT-houtskeletbouw behouden zo de groene omgeving van de Cambier-site.

Het project optimaliseert het beheer van de driehoekige ruimte van het perceel en laat toe dat de verschillende actoren op het terrein zich ontplooien en elkaar ontmoeten. De school bevindt zich achteraan het perceel, de scouts aan de straatzijde en de collectieve moestuinen tussen de speelplaats en de spoorlijn eronder. Het project is de ruimtelijke vertaling van de verschillende functies van de site en die in een dichtbewoonde stedelijke context zo essentieel zijn. Deze gelijktijdige of over de week gespreide gebeurtenissen leiden tot een samenleven dat bevorderlijk is voor ontmoetingen en dus voor het mogelijk delen van ruimtes. De interactie tussen de verschillende actoren wordt door de ruimte beheerst, ze functioneert als een virtueuze cirkel, een echte plaats van uitwisseling op de schaal van de wijk. Op landschapsniveau worden de gebouwen omringd door de vegetatie van het binneneiland van het en de groentetuinen langs de spoorlijn. Het project probeert zo goed mogelijk in dialoog te treden met de omgeving. Er werd gekozen om een echte transparantie te laten tussen de speelplaats en de moestuinen om zo de nieuwsgierigheid van de kinderen te wekken. De tuinen zijn vectoren van zintuiglijke prikkels (geuren, kleuren, vormen…). Ze dragen onder meer bij aan de ontwikkeling van tijdsgevoel (groeitijd en evolutie van een plant), en ze maken een concrete benadering van de seizoenen mogelijk. De aanwezigheid van de moestuinen maakt de kinderen vertrouwd met de natuur en maakt hen van kleins af aan milieubewust.

Het geoptimaliseerde, rechthoekige volume van de school rationaliseert de werking van het plan met een centrale circulatie. Het gekozen 3x3m raster maakt het mogelijk om oppervlakken te genereren die overeenkomen met het programma en de benodigde ruimte per lokaal. Het rationaliseert ook het bouwsysteem. Door een niveauverschil tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping van het schoolgebouw ontstaat de overdekte ruimte, die de belangrijkste overdekte toegang tot de school vormt.

De scoutslokalen zijn opgenomen in het hoekgebouw dat grenst aan het naburige huis, dat het gebouw aan de straatkant uitbreidt met een aangrenzende voor- en achtertuin. De breedte en de indeling volgen de logica van een typisch Brussels huis: een trap tegen de gevel en twee achtereenliggende woonruimtes. Het gebouw heeft een derde open gevel gericht naar het westen en de spoorbrug. De ingang van de school is met andere woorden op een natuurlijke manier georganiseerd, en is bewegwijzerd vanaf de Ernest Cambierstraat tussen de scoutslokalen en hun bergruimtes.

  • Categorie Niet-Residiëntiele Gebouwen
  • Plaats Schaerbeek
  • Bouwheer (vertrouwelijk) Gemeente Schaerbeek
  • Architect P&P Architectes
  • Stabiliteitsbureau Bureau d'étude Matriche
  • Algemene bouwonderneming Ets Malice
  • Bebouwde oppervlakte (m²) 788 m²
  • Nuttige oppervlakte (m²) 1334 m²
  • Datum van voorlopige oplevering 01/01/1970
  • Gebruik van hout Structuur in CLT-panelen / Schrijnwerk in hout met aluminium afdekking / verstijvers van de gordijnmuren / houten bekleding / houten luiken / binnendeuren / koffers / Keukenmeubilair / vestiairemeubels / railbedekkers / raambekleding /
  • Gebruikt houtvolume (m³) 480 m³
  • Documents (Edition 2020) [pdf] NRES9 Plans merged