Emmanuelle Godts Phtotgraphy

Crossover

Het project betreft de uitbreiding van een eengezinswoning. De klanten wensten een ruimte toe te voegen om er zowel een keuken als een eetkamer in onder te brengen. Hun belangrijkste zorg was de helderheid van de ruimte en de opening naar de tuin.

BESCHRIJVING :

a- Omgeving :

Gekenmerkt door lintbebouwing, staat het huis rechtover een pleintje dat vooral als parking dient. Het terrein achter het huis strekt zich in de lengte uit en wordt voornamelijk gebruikt als tuin. Het project betrof de aanpassing van de situatie aan de achtergevel. Deze is zuidwestelijk georiënteerd en krijgt dus vanaf het begin van de middag zonlicht. Zoals beschreven in bijlage 1 werd de overgang tussen het huis en de groene ruimte gevormd door een mineraal gangpad, aangelegd langs oude vervallen uitbreidingen. Een klein laag muurtje scheidde gangpad en terras van de rest van de tuin, waar een prachtige magnoliaboom staat. Oude uitbreidingen langs een hoge gemeenschappelijke muur accentueerden het bebouwde kader en vormden de eigendomsgrens met de buren aan de rechterkant. Het perceel van de buren is bovendien gemarkeerd door een gebouw dat eveneens in de lengterichting staat, wat als het ware een openluchtgang met hoge muren creëert. De andere gemeenschappelijke grens wordt gekenmerkt door een muur van +/- 230 cm hoog die verder doorloopt dan het terras van de klanten en die langs het terras van de linkerbuurman loopt.

b – Sociale, ecologische, landschappelijke en economische context:

Het project maakt deel uit van een relatief uniforme sociale omgeving die hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van traditionele eengezinswoningen in lintbebouwing. Zonder dat deze een invloed hebben op het onderwerp van het project, stellen we vast dat er een boekhandel, een café op het plein, een sportcentrum en een school in de buurt zijn. Wat de landschappelijke context betreft, kan – naast de invloedrijke kenmerken die in de omgevingsbeschrijving zijn opgenomen – het semi-landelijke aspect van de wijk opgemerkt worden, die dicht bij bosrijk gebied, de Dijle en de omringende velden ligt. In feite ligt het plein aan de verstedelijkte rand van de stad Waver. De normale economische context is voldoende en redelijk om aan de wensen van de klanten tegemoet te kunnen komen.

c- Oppervlakte optimalisatie:

Zoals hierboven beschreven werd, kenmerkte de situatie zich door de aanwezigheid van verouderde uitbreidingen. Het terrein werd bovendien gekenmerkt door de hoogte van de aangrenzende gebouwen. Deze bijzondere kenmerken stonden een zekere mate van stedenbouwkundige vrijheid toe in termen van verticale inplanting (grondinneming). De uitwerking van het project werd echter vooral geleid door de integratie in de omgeving. In feite hebben we de afdruk van het gebouw op de grond verkleind om zo de bodemdoorlaatbaarheid en de biodiversiteit te verbeteren.

TOEGEVOEGDE WAARDE – CONCEPT PROJECT: KRUISINGEN :

De ruimtelijke organisatie van het huis wordt gekenmerkt door een sterk orthogonaal raster. Het gelijkvloers wordt gekenmerkt door twee doorlopende woonruimtes en een garage, gescheiden door een distributiegang naar de eerste verdieping en de achtergevel. Deze lineaire organisatie markeert de bestaande binnenruimte. Het idee dat uit deze organisatie, in combinatie met de beschreven externe beperkingen (zoals de hoogte en diepte van de gemeenschappelijke muren, de vervallen uitbreidingen, de toegang tot de tuin en de aanwezigheid van de magnoliaboom) groeide, stelde een unieke en expressieve ruimte voor die deze beperkingen overstijgt. In feite dient de organisatie op plan om de eetkamer dankzij de keuken te articuleren. Deze keuze maakt een overgang naar het terras en vervolgens naar de tuin mogelijk. Het plan is ook terug te vinden in de verhogingen, waar de daken elkaar kruisen om de lichtkoepels te vormen.

Om het zonlicht te maximaliseren zijn deze gericht naar de eerste zonnestralen. Het project belicht ook de magnoliaboom en geeft deze vanwege de richting van de gevel een centrale plaats. Dankzij het slopen van de bijgebouwen verbetert de overgang naar de tuin en wordt er een dialoog met het terras gevormd, wat in lijn is met de continuïteit van het plan, en tegelijk de diepte van de bestaande gemeenschappelijke muren respecteert. Deze worden verkleind om de impact op de aangrenzende ruimtes te verbeteren. Met dit kruisingsprincipe breidt de architectuur zich uit naar de omgeving voor een overgang en een uitwisseling van ruimtes in het voordeel van de natuur.

  • Categorie Uitbreidingen
  • Plaats Wavre
  • Bouwheer (vertrouwelijk) Privaat
  • Architect Gilles Schretter
  • Stabiliteitsbureau Formes & Structure
  • Algemene bouwonderneming Ets Van Driessche S.A.
  • Bebouwde oppervlakte (m²) 43 m²
  • Nuttige oppervlakte (m²) 39.5 m²
  • Datum van voorlopige oplevering 01/01/1970
  • Gebruik van hout Structuur
  • Gebruikt houtvolume (m³) 3 m³
  • Documents (Edition 2020) [pdf] EXT5 2006 CROISEMENT BTCA_DOSSIER A3_27-05-2020